1e keer UKIQ

De kop is eraf. We zijn begonnen met de smartgame ‘3 kleine biggetjes’ waar we samen hebben gewerkt om elk huisje op het veld te plaatsen, tussen de biggetjes door. Dit verliep heel natuurlijk en harmonieus. Na het spel ontstond een voorstelrondje en vanuit daar hebben we een soort paspoort gemaakt. Wie ben je, wat vind je mooi, ben je een jongen of een meisje etc. Én een handafdruk maken.

Daarna heb ik het boek “Kikker is Kikker” voorgelezen, waarin Kikker wil leren vliegen net als Eend maar dat niet kan OMDAT hij een Kikker is. We hadden tussendoor steeds gesprekken daarover. Wat kun je goed? Kan je alles? Als je goed oefent wel, maar toch niet alles. Vogels kunnen vliegen, maar een kip en een struisvogel niet. Maar het zijn tóch vogels. Wat kun je zelf goed? En wat nog niet zo goed? We hebben ook naar onszelf gekeken, welke kleur haar en ogen hebben we? Dat is bij iedereen verschillend. De kinderen hebben zichzelf daarna getekend en goed op details gelet. Of een poging daartoe.

Tijdens het fruit en water moment hebben we naar “Het Zandkasteel” gekeken. Op verzoek daarna nog een filmpje van een octopus. We ontdekten dat die door een heel klein gaatje kan. Dat kunnen wij mensen dan toch weer niet. De tijd vloog om en we zijn daarna ook nog even naar buiten gegaan. Een voetafdruk in het zand is ook leuk om te maken. We hadden een heerlijke middag.

Kan een afbeelding zijn van speelgoed en binnen

Bloemen zijn rood

Bloemen zijn rood, jongeman. Blaadjes zijn groen.

De beginregels van een lied. Ik ken de versie van Gerard van Maasakkers. Het origineel is van Harry Chapin. Het lied gaat over een jongen die voor het eerst naar school gaat en daar mag kleuren met krijt. Maar de juffrouw vindt dat hij ondeugend is en zich aan de regels moet houden. ‘Als iedereen zo doet als jij, waar moet het dan heen?’. Het prachtige lied is hier te horen/bekijken. Een kijkje waard.

Je zou denken; ouderwets lied, zo gaat het niet meer tegenwoordig. Helaas blijkt het nog altijd even waar, ook anno 2021. Kinderen moeten in een keurslijf passen, ze worden vierkant “geknipt” anders passen ze niet in het plaatje. Het onderwijs heeft een omslag nodig. Kinderen van nu zijn de kinderen die ons dat mogen leren. Wij leerkrachten mogen gaan inzien dat elk kind uniek is, dat elk kind zijn of haar eigen talent heeft en dat alles goed is. Dat kinderen zich ontwikkelen in hun eigen tempo, op hun eigen wijze en op hun eigen, prachtige manier. Soms is dat moeilijk, omdat wij als volwassenen beelden hebben “zoals het zou moeten zijn”. Dat loslaten is niet altijd makkelijk en vergt van een leerkracht een zekere motivatie om op je handen te gaan zitten en je mond te houden. Om het idee van 26 dezelfde bloemenweides los te laten en nog eens goed na te denken over je doel met je les. Als je weet wat je een bepaald kind met een bepaalde les wil leren, kun je het resultaat makkelijker loslaten. Het gaat immers om de oefening en niet om het eindresultaat.

Ik moest weer aan het lied denken toen ik vorige week letterlijk met de kinderen een bloemenweide aan het schilderen was. Het 1e kind begon en zij maakte een veld vol rozen, rode stelen, blauwe blaadjes. De 1e neiging die ik had was toch om er iets van te zeggen maar ik kon mezelf tegenhouden en alleen maar denken ‘Bloemen zijn rood’. Het meisje in kwestie heeft een prachtige bloemenweide geschilderd. Het doel voor haar (leren omgaan met kwasten, ontdekken wat verf op papier doet én een voorstelling zoals je in hoofd hebt daadwerkelijk maken) is meer dan gelukt. En dát is waar het om gaat. Het kind is een ervaring rijker en dus weer gegroeid. En willen we niet allemaal dat kinderen leren van hun ervaringen en zo weer groeien?

Wat kun jij in je lessen of de dagelijkse gang van zaken nog meer loslaten?

Loslaten ….. en opnieuw beginnen

Mijn laatste blog ging over de komst van Sinterklaas. Inmiddels zijn we al weer wat maanden verder. Maanden waarin er een hoop gebeurd is. Zowel in de maatschappij, met weer een lockdown, als bij mij privé.

Over de start van het onderwijs op 8 februari schreef ik hier een bericht. Ik heb gemerkt dat ik een aversie heb gekregen tegen iedereen die roept dat kinderen een achterstand hebben opgelopen in alle lockdowns. Ik ben ervan overtuigd dat kinderen in hun eigen ontwikkeling simpelweg niet kúnnen achterlopen. Hooguit zijn ze niet daar waar de overheid wil dat ze zijn. Leerkrachten van nu doen er goed aan om deze startperiode eerst eens te kijken naar hoe de kinderen zich voelen. Voelen ze zich veilig? Hoe is het thuis gegaan met al dat thuisonderwijs? Het is, zeker voor kinderen, een moeilijke tijd waarin we leven. Zorg er daarom dus voor dat kinderen weer met plezier naar school komen. Een veilig basis is alles. De cognitieve ontwikkeling komt daarna wel weer. Ik maak me, op mijn eigen manier, hard voor deze kinderen. Maar ik kan niet alles. En dat is…..loslaten.

Je weet misschien dat ik tot voor kort directeur was van mijn eigen peuterschool. 5 Jaar lang heb ik, met mijn collega’s, hard gewerkt om daar een school neer te zetten die kijkt naar de ontwikkeling van het kind. Daar waar het kind is, niet waar het “zou moeten zijn volgens de norm”. Op onze peuterschool zijn we in staat om kinderen te begeleiden op hun eigen weg. We zien waar ze zijn in hun ontwikkeling, zien wat ze nodig hebben om verder te komen en weten wat we ze kunnen aanbieden. Het was hard werken en een fantastische ervaring. Na 5 jaar was het genoeg en wil ik ook verder. We hebben een kanjer gevonden die de boel overneemt en ik heb alle vertrouwen dat onze visie doorgevoerd wordt. En verder….is dat ook loslaten.

Het loslaten van mijn eigen peuterschool betekent niet dat ik thuis ben en niks meer doe voor alle kinderen en ouders die nog begeleiding en hulp kunnen gebruiken. Waar deuren dicht gaan, gaan anderen weer open. Ik weet zeker dat ik met mijn kennis, kunde en ervaring nog veel ouders kan ondersteunen in hun zoektocht met hun jonge kind met een ontwikkelingsvoorsprong. Ik heb allerlei plannen met en voor die kinderen en ben op de achtergrond dan ook druk bezig met die plannen. Binnenkort hoop ik hier die plannen meer kenbaar te kunnen maken.

Loslaten is durven kiezen voor nieuwe dingen. Het is een spannend avontuur wat ik mezelf gun. Maar met de ervaring van het runnen van mijn eigen peuterschool, mijn ervaring met kinderen én ouders en mijn herpakte moed is het vooral een leuke weg die ik ben ingeslagen. Loslaten is weten dat het goed komt, handelen waar nodig en sturen zoals je het hebben wil, wetende dat het altijd weer anders kan lopen. En ook dan is het goed.

Loslaten…..het is eng. Maar het is ook…..opnieuw beginnen.

Ellis – 18 februari 2021

Hij komt, hij komt…

…..die drukke, drukke tijd. Tenminste, dat wordt beweerd. Natuurlijk ligt het er maar net aan hoe je daar zelf als persoon én als ouder mee omgaat.

Deze tijd wordt altijd gekenmerkt als een tijd waarin kinderen zeer gespannen zijn, omdat er van allerlei dingen te gebeuren staan. Het begint met Halloween en/of Sint-Maarten waarbij kinderen langs de deuren mogen met een lampion, al dan niet verkleed. In het donker, dus spannend! Gevolg; kinderen die vooraf staan de stuiteren en achteraf nog meer van al dat snoep wat ze krijgen. Maar spannend is ook leuk! Dat krijgen de kinderen zo ook mee.

Daarna komt Sinterklaas in het land. Ook spannend, want hij brengt kadootjes mee. Het Sinterklaasjournaal is al jarenlang een hit onder kinderen. Door heel het land zitten kinderen rond 18:00 uur voor de buis om te kijken wat de Sint en zijn Pieten toch weer allemaal meemaken. En dat is véél. Voor jongere kinderen vaak té veel. Kado’s overboord en dus alles kwijt. Pieten die de weg kwijtraken, stoomboten die niet werken. Kortom, ellende op zee en de hamvraag is altijd: Komt ie op tijd aan? Ja, altijd. Het komt altijd goed. Maar jonge kinderen weten dit nog niet. En dus is het spannend. Bovendien zijn kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong nou nét die kinderen, die overal even iets langer over nadenken en daarom dus meer en diepere vragen hebben. Hoe kun je hier als ouder nou het beste mee omgaan? Onderstaand wat tips, waarvan ik hoop dat je er wat aan hebt.

  • Ten eerste; kijk en luister naar je kind. Is het Sinterklaasjournaal té spannend? Kijk dan niet. Het hoeft niet. Het idee van Sinterklaas die iets in je schoen komt doen (Hoezo? De deur is toch op slot? Hoe komt ie binnen dan? Door een schoorsteen?? We hebben niet eens een open haard…), is al spannend genoeg.
  • Geef antwoord op de vragen van je kind. Geef eerlijke antwoorden en/of stel vragen. Vaak hebben kinderen een eigen oplossing voor problemen die er al dan niet zijn. Dat helpt vaak om de spanning wat weg te nemen. Als ouders kozen mijn man en ik om van het Sinterklaasgebeuren nooit een geheim te maken. Wij vertelden dat het een groot toneelstuk is waar we allemaal aan meedoen en wat leuk en spannend is. Zo wisten mijn kinderen al snel hoe het verhaal zat en hoefden ze in elk geval niet bang te zijn. Onze oudste had vrij jong al door dat “De Sinterklaas van televisie niet diegene was die hij in het dorp zag”. Dat hebben we beaamd en het zo gelaten. Stress weg, rust in huis.
  • Is een intocht té spannend? Ga niet. Hooggevoelige kinderen hebben vaak last van de drukte van grote mensenmassa’s, de harde muziek die bij intochten gespeeld wordt, de hyperende kinderen om zich heen. Ze raken het overzicht en de controle kwijt en raken dus in de stress. Als ouder denk je misschien dat het hoort, omdat het leuk is voor de kinderen. Sommige kinderen vinden het niet leuk. En dat is oke. Blijf lekker thuis. Denk je bij jezelf: “Voor wie doe ik dit?”. Het kan een hoop gedoe schelen.
  • Het Sinterklaasjournaal begint half november en pakjesavond is op 5 december. Dat is 3 weken. Voor een jong (hooggevoelig) kind erg lang. Je kan er ook voor kiezen om pakjesavond eerder te doen. Sinterklaas komt gewoon eerder bij jullie huis. Dit kan en mag allemaal. De spanning van het wachten is er dan af en veelal kunnen kinderen dan weer genieten van het leuke aan het feest. Ook hier geldt; kijk naar je kinderen en voel wat goed bij jullie als gezin past.
  • Denk goed na waarin je meegaat. Sint op school, Sint in het dorp, Sint in een ander winkelcentrum, Sint op werk van beide ouders…..overal duikt hij op. Moet en wil je overal bij zijn? Kies bijvoorbeeld 1 ding en laat de rest voor wat het is. Het wordt al snel teveel voor jonge kinderen.
  • Tot slot nog 1 tip. Laat het Sinterklaasspeelgoed na 5 december nog lekker in de huiskamer of huishoek (op school/opvang/peuterspeelzaal) liggen. Kinderen verwerken in hun spel datgene wat ze meegemaakt hebben. Zeker jonge kinderen hebben het Sinterklaasfeest nog maar 2 of 3 keer bewust meegemaakt. Pas ná 5 december kunnen ze dit dus verwerken. Vooral op scholen zie ik gebeuren dat alles meteen weg moet en dat er geen Sinterklaasliedjes gezongen mogen worden. Zo ontneem je de kans tot het verwerken van alle indrukken. Pas als kinderen er niet meer zelf meespelen is het verwerkt. Dat duurt soms langer dan je denkt.
Juni….nog altijd de pietenmuts op

Tot slot nog even dit: Geniet er vooral ook van. Deze tijd is een magische tijd en kinderen genieten er volop van. Geniet daarvan. Lees voor, zing de liedjes die ze kennen en leer de nieuwe liedjes mee. Voel goed hoe je er als ouder, als leerkracht of als pedagogisch medewerker in wil staan en handel daarnaar. Denk niet aan wat de buitenwereld ervan zou vinden. Voel bij jezelf wat goed voelt voor jou, jullie gezin, dan is deze tijd niet stressvol maar inderdaad magisch zoals ie bedoeld is.

Fijne Sinterklaas!

Ellis – 10 november 2020

(Voor)Lezen

Voorlezen en lezen. Er wordt zo vaak gezegd en geschreven hoe belangrijk het is. En dat is terecht.

Vanaf jonge leeftijd kun je je kind al voorlezen. Ik begon met mijn kinderen al met voorlezen toen ze een maand of 3/4 waren. Heerlijk samen op de bank in een boekje kijken, de dingen die we zien benoemen en samen genieten van het momentje samen.

Voorlezen is goed voor veel. Natuurlijk voor de uitbreiding van de woordenschat. Immers, bij elk nieuw boek komen er ook weer nieuwe woorden aan bod. Kinderen leren naar een verhaal(tje) luisteren, (kritisch) kijken naar wat ze zien, kritisch luisteren, dingen herkennen en als je een moment van voorlezen bij het naar bed gaan inplant is het ook een deel van een ritueel.

Niet alle boeken zijn “goed genoeg” voor jonge kinderen. Ik als juf ben vrij kritisch, maar als je boeken in huis hebt voor je baby, dreumes, peuter en/of kleuter heb je al een voorsprong op gezinnen die het niet hebben.

Vroeger thuis hebben we vast allemaal de boekjes van Dick Bruna gelezen, waarvan Nijntje natuurlijk de bekendste is. Waarom doen deze boeken het zo goed bij jonge kinderen? Het geheim zit hem in de simpele tekeningen, de eenvoudig en vrij korte teksten en, niet geheel onbelangrijk, de teksten zijn op rijm. Dit geeft een lekker voorleesritme en kinderen kunnen het makkelijk onthouden.

Nijntje is een oude bekende

De boeken over Bobbie het beertje van Ingeborg Bijlsma en Monica Maas doen het daarom ook goed. Net als Liselotje, het prinsesje geschreven door Marianne en Ron Schröder.

Natuurlijk kies je boeken die aansluiten bij de belevingswereld van je kind. Anders herkent je kind weinig en zal de interesse snel verdwenen zijn. Als kinderen te groot worden voor bovenstaande boeken kun je overstappen over de betere prentenboeken. Niet te lang, maar genoeg om de concentratie wat langer vol te houden. Boeken als Kikker van Max Velthuis, alle prentenboeken van Marianne Busser en Ron Schröder en Eric Carle bijvoorbeeld zijn hele mooie om mee te beginnen. Veelzijdige onderwerpen, mooie platen en niet al teveel tekst.

Toen mijn kinderen wat ouder werden kregen zij interesse in dieren. Wij hebben thuis een hele boekenkast vol met boeken over dieren. Van de Stegosaurus tot aan de bidsprinkhaankeeft….alles is er te vinden. Het leuke van deze tijd is dat je het voorlezen nog leuker kan maken, door na het voorlezen over bijvoorbeeld de pauwspin, je YouTube app te openen en de vele filmpjes te bekijken die over de pauwspin gaan. Je zult merken dat de interesse alleen maar groter wordt en dat je van het ene in het andere rolt. Zo maak je van het gewone voorleesmoment een interactieve belevenis waar iedereen van kan genieten.

Opa leest voor

Ellis – 2 maart 2020

Veiligheid

Veiligheid bieden is belangrijk voor jonge kinderen. We weten het wel, maar vaak horen we onszelf nog zeggen “Stil maar, niet huilen”. Waarom eigenlijk? Als een kind huilt, is er iets aan de hand. Ze voelen zich niet fijn. Voor jonge kinderen, ook al kunnen ze praten, is het vaak nog moeilijk te verwoorden wat er precies aan de hand is.

Stel, je bent 2 jaar en je mag naar een peuterschool. Je vindt het daar heel leuk, maar ook spannend. Want er zijn andere kinderen waarvan je niet weet wat ze gaan doen en waarom. Pappa en mamma gaan weg en jij wordt achtergelaten. Dat is even een moeilijke situatie. Ik zou mezelf ook niet helemaal senang voelen.

Als peuterjuf doe ik dan wat me hart me ingeeft. Het kind bij me nemen en het de veiligheid bieden die het op dat moment nodig heeft. Ik zie aan haar dat ze een basis nodig heeft waarop zij kan terugvallen. Dit is, in eerste instantie haar knuffel die haar troost biedt en in tweede instantie mag ik dat zijn. De knuffel die ze mee heeft brengt haar ook de veiligheid. Iets van thuis wat haar geborgenheid geeft. We zijn geneigd om dat soort zaken op een gegeven moment weg te laten leggen. Ik heb gemerkt dat kinderen zelf de keuze maken om die knuffel weg te leggen, namelijk op het moment dat zíj vinden de knuffel niet meer nodig te hebben. En dat is oké. Want wie ben ik om dat te bepalen?

Het wordt tijd dat we vertrouwen op de kinderen zelf. Ze weten écht zelf wat ze nodig hebben. Aan ons is dat om dat te willen zien en ze hier en daar te sturen. Nooit vergeten dat kinderen in hun eigen kern zichzelf allang kennen. Ik wil het met liefde voor ze vertalen.

Ellis – 19 februari 2020